|
||||||||
|
To make people DANCE and ENJOY!!.. Koko-Mojo Records maakt deel uit van Rockstar Records Limited (een divisie van de Rockstar Records label group) en is gevestigd in Cork, IE. Lang voordat deze markt werd overspoeld door goedkope copycat-releases van lage kwaliteit, stond Rockstar Records samen met ACE Records en Bear Family Records bekend om hun heruitgaven van hoge kwaliteit, hun “killer- NO-filler” ideologie. Het doel van Koko-Mojo Records is heel simpel: dansbare muziek uit de jaren 1950 -onder de noemer Blues/R&B- op vinyl uitbrengen! Hun compilaties zijn samengesteld door dj's en hun belangrijkste doel is om je te laten dansen! Koko-Mojo’s doelstelling om iedereen aan het dansen te krijgen “From Argentina via Los Angeles to Ireland from Blues to Hillbilly and Rockabilly...”, geldt ook voor de R&B compilaties die ze o.a. uitbrengen als “the mojo man special”, waarbij opgemerkt dient te worden dat er een verschil is tussen de originele R&B (een term die uit de jaren 1940 stamt en die staat voor stevige, rauwe muziek) en de hedendaagse (een genre dat er wel wat van wegheeft, maar dat over het algemeen veel zoetsappiger is). De huis DJ, die heel wat cd’s voor Koko Mojo compileerde zijn Victor Mac en DJ Mark Armstrong. Victor Mac is beter bekend als “Little” Victor, The Beale Street Blues Bopper en ook DJ “Mojo” Man. Mac is een Italiaans-Amerikaanse blues- en rootszanger, gitarist en mondharmonicaspeler, evenals platenverzamelaar, musicoloog, entertainer, dj, songwriter en producent. Hij is vooral bekend door zijn samenwerking met Louisiana Red op de albums ‘Back to the Black Bayou’ (2009) en ‘Memphis Mojo’ (2011). DJ Mark Armstrong is actief vanuit Bühl in Duitsland.
“SPOTLIGHT on JIMMY MCCRACKLIN – THE ROCKIN’ MAN” “Together with his group The Blues Blasters they were trailblazers of R&B music! Solo he recorded club hits, The Walk, The Wobble, and The Drag…” Zanger, songwriter en pianist Jimmy McCracklin, werd in 1921 in St. Louis, Missouri (andere bronnen vermelden in Elaine, Arkansas) geboren als James David Walker Jr. Hij stierf op 91-jarige leeftijd in San Pablo, California. Hij was waarschijnlijk de belangrijkste muzikant die uit de Bay Area kwam in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Zijn stijl bevatte West Coast-blues, Jumpblues en R&B. Gedurende een carrière die zeven decennia omspande, zei hij dat hij bijna duizend liedjes had geschreven en er honderden had opgenomen. McCracklin nam meer dan 30 albums op en verdiende vier gouden platen. James trad in 1938 in dienst bij de Amerikaanse marine, vestigde zich later in Richmond, Californië en begon te spelen in de huisband van de plaatselijke Club Savoy die eigendom was van zijn schoonzus Willie Mae "Granny" Johnson. In de club traden ook artiesten op als BB King, Charles Brown en LC Robinson. In 1963 schreef Jimmy het nummer "Club Savoy" (‘I Just Gotta Know’ – 1963). Uit 1945 dateert zijn eerste opname "Miss Mattie Left Me) voor Globe Records en in 1946 nam hij "Street Loafin' Woman" op. Na een aantal kleinere labels in Los Angeles en Oakland Rond tekende hij in 1949/1950 bij Modern Records. In 1946 vormde hij een groep genaamd Jimmy McCracklin and his Blues Blasters, met gitarist Robert Kelton (later vervangen door Lafayette Thomas, die tot het begin van de jaren zestig bij de groep bleef). Jimmy McCracklin’s populariteit nam toe na zijn optreden in Dick Clark's American Bandstand met zijn zelfgeschreven single "The Walk" (1957), die bij in 1958 bij Checker Records uitgebracht werd. Het nummer haalde #5 op de Billboard R&B-hitlijst en #7 op de poplijst. ‘Jimmy McCracklin Sings’, zijn eerste solo-album, verscheen in 1962 bij Chess. In 1962 nam McCracklin "Just Got to Know" op bij zijn eigen Art-Tone label in Oakland. Het nummer haalde #2 op de R&B-charts. Gedurende een korte periode, in het begin van de jaren zeventig, leidde McCracklin de Continental Club in San Francisco. Hij boekte er blues acts als T-Bone Walker, Irma Thomas, Big Joe Turner, Big Mama Thornton en Etta James. In 1967 hadden Otis Redding en Carla Thomas succes met "Tramp", een nummer dat werd toegeschreven aan McCracklin en Lowell Fulson. Salt-n-Pepa maakte in 1987 een hiphop hit van het nummer. ‘Oakland Blues’ (1968) was een album dat werd gearrangeerd en geregisseerd door McCracklin en uitgegeven door World Pacific. De Californische r’n’r/roots band The Blasters noemden zichzelf naar McCracklin's begeleidingsband The Blues Blasters. De leadzanger van Blasters, Phil Alvin, legde de oorsprong van de naam van de band uit: "Ik dacht dat Joe Turner's backupband op Atlantic-platen - ik had deze 78's - de Blues Blasters waren. Het bleek uiteindelijk de band van Jimmy McCracklin te zijn. Ik nam gewoon de “Blues” uit de naam. Joe gaf me de toestemming om de naam te stelen…". McCracklin bleef touren en nieuwe albums opnemen tot in de jaren tachtig en negentig. Zelfs Bob Dylan was een McCracklin-fan. McCracklin speelde op het San Francisco Blues Festival in 1973, 1977, 1980, 1981, 1984 en 2007. Hij kreeg een Pioneer Award van de R&B Foundation in 1990, en de Living Legend en Hall of Fame award op de Bay Area Black Music Awards in 2007. Jimmy McCracklin stierf in San Pablo, Californië, in de San Francisco Bay Area op 20 december 2012, na een lange ziekte, op 91-jarige leeftijd. In juni 2019 vermeldde The New York Times Magazine Jimmy McCracklin als “een van de honderden artiesten wiens materiaal naar verluidt werd vernietigd in de Universal-brand van 2008”. Op het ‘Spotlight on Jimmy McCracklin – The Rockin’ Man’ album staan zijn grote hits als “The Walk”, “The Wobble” en “The Drag”, maar ook pareltjes als “Blues Blasters Boogie”, “Gonna Tell Your Mother”, “I Wanna Make Love to You” (Geddins, McCracklin), “Savoy’s Jump” en “The Drag”. KMCD #148 ‘Spotlight on Jimmy McCracklin, the Rockin’ Man’ is een album uit de serie “Spotlights ON”. Het archiveert een deel van McCraklin’s boogie blues, R&B-rockers en innovatieve westkust jumpblues uit de jaren 1950/60, de muziek van een baanbrekende artiest met veel aanleg voor showmanschap en die inspirerend was voor hen die na hem kwamen. McCracklin maakt deel uit van de Amerikaanse muziekgeschiedenis van vooral zwarte muzikanten, die nu wereldwijd vele muzikanten aanvuurt om te spelen en vele muziekliefhebbers boeit…” (ESC for Rootstime.be) Eric Schuurmans
Selected discography: 1951-1954 (Classics) [2007] | 1948-1951 (Classics) [2004] | 1945-1948 (Classics) [2003] | Jumpin Bay Area 1948-1955 (P-Vine Japan) [2003] | Tell It to the Judge! (Gunsmoke) [1999] | The Walk: Jimmy McCracklin at His Best (Razor & Tie) [1997] | A Taste of the Blues (Bullseye Blues) [1994] | The Mercury Recordings (Bear Family) [1992] | Jimmy McCracklin: My Story (Rounder) [1991] | My Story (Rounder) [1991] | All His Bluesblasters (Ace) [1981] | Rockin' Man (Stax) [1978] | Yesterday Is Gone (Stax) [1972] | High on the Blues (Stax) [1971] | Stinger Man (Minit) [1969] | Let's Get Together (Minit) [1968] | New Soul of Jimmy McCracklin (Imperial) [1966] | My Answer (Imperial) [1966] | Think West (Imperial) [1965] | Every Night, Every Day (Imperial) [1965] | My Rockin' Soul (United) [1963] | I Just Gotta Know (Imperial) [1963] | Jimmy McCracklin Sings (Chess) [1962] |
|